Geen top, wel avontuur in Wallis.

De ervaringen van afgelopen dagen maken ons weer nederig.

Laat in het seizoen naar de Alpen met een paar snode plannen. We wisten dat het winters werd en hadden ons terdege voorbereid. Genoeg eten, warme kleren en goed ingelezen op de tochten en beklimmingen. En dan op pad… Waar de realiteit inslaat. In een white-out over een gletscher is een taaie klus. Met een gevoelstemperatuur van -22Cº op 4100m op een rotsgraat is heftig (#understatement).

 

Dag 1: Zermatt – Schönbielhütte

We beginnen de tocht vanuit Zermatt. Toeristenhoofdstad (?) van Zwitserland waar het met busladingen Japanners tegelijk gaat. De grote trekpleister is de Matterhorn, en terecht. Maar daar komen we deze keer niet voor. We lopen op het gemak door het prachtige dal naar de Schönbielhütte (2694m.) waar we samen met een Spanjaard en 3 Duitsers de hut delen.

We hebben prachtig uitzicht op de Zmuttgrat van de Matterhorn en kunnen deel 1 van de etappe van de volgende dag goed zien.

 

Dag 2: Schönbielhütte – Cabane de la Dent Blanche (Rossier)

Het plan voor dag 2 is de oversteek te maken naar één van de hoogst gelegen (bemande) hutten van de Alpen. De Cabane Rossier ligt op een rotsgraat onder de Dent Blanche en dè uitvalsbasis om de zuidgraat van de Dent Blanche (4357m.) te beklimmen. We starten vroeg want het is nogal een stukje lopen (ong. 10km en 1000hm.) dus het eerste stuk is in het hoofdlampen licht. De zon komt op als we in de puinbak staan met mooie rode luchten als resultaat. Dit is nog het makkelijke stuk.

Als we aan de voet van de gletscher staan eten we wat en gaan de stijgijzers, gordels en touwen om. Alle hens aan dek want de gletscher is behoorlijk verspleet (dus geen foto’s) en als we de Col de Tete Blanche naderen begint het harder te waaien en trekt het steeds dichter. De Col is nog steil en eenmaal boven kunnen we het laatste stuk wat naar de hut leidt voor ons zien. Het trekt behoorlijk dicht dus de Tete Blanche laten we links liggen en we hobbelen richting de hut wat evengoed nog een stuk is. Bij vlagen zien we nauwelijks onze voeten door de mist dus het plaatkompas moet de weg wijzen. Tot we even de hut zien en daarna niet meer. Het waait harder, het hagelt en alles begint te bevriezen. We lopen op kompas tot we denken we dat we er toch echt moeten zijn… Maar zonder zicht is het behoorlijk lastig. We moeten goed zoeken tot we wat oriëntatiepunten hebben gevonden en we uiteindelijk de hut vinden. 10u verder en behoorlijk nat en koud stappen we de hut binnen. Een avontuurlijke dag!

’s Avonds trekt het gelukkig weer open en kunnen we van prachtige uitzichten genieten. En het opklarende weer geeft ons wat moed voor de volgende dag. Ook niet onbelangrijk.

 

Dag 3: Dent Blanche 4357m.

Daar gaan we! Na een middelmatig ontbijt beginnen we dik ingepakt aan de beklimming. Vandaag wordt i.i.g. qua zicht een mooie dag.

Vanaf de hut is het eerst de graat omhoog. Een beetje scrambelen, prima te doen. Daarna in een steile sneeuwflank, ook geen problemen. En met het opkomende zonnetje is het prachtig. Eenmaal op de Wandfluelücke hebben we weer prachtig uitzicht over het dal en de Matterhorn. Dat ding ziet er ijzig uit met de windvanen die er af waaien. We hebben een rotsgraat en vervolgens een steile sneeuwhelling voordat we echt aan de beklimming kunnen gaan beginnen. Tot nu toe prima en qua snelheid gaat het goed. Dan in de beklimming is het hier en daar even zoeken, vooral het stukje om de Grand Gendarme heen is even puzzelen. We staan al een tijd in de schaduw en de wind wordt er niet minder op. We hebben het koud als we boven de Grand Gendarme uitkomen en nog een paar meter klimmen. Mijn horloge zegt 4123m. en de afgelopen 100hm. zijn erg langzaam gegaan… We maken een sommetje en schatten zo in dat als we doorgaan en de top halen we tegen 8en in de hut zijn. Naar het einde van de dag wordt het echt niet warmer en we merken dat het ons allemaal een hoop energie kost. Omkeren? Oké… Balen maar laten we maar verstandig doen. We beginnen aan de afdaling en rond 16:30u stappen we in de ijskoude hut. Een dikke dag van 10,5u met een windchill van -22Cº zit erop. Lichtelijk gedesillusioneerd maar blij dat we weer in de hut zijn maken we ons klaar voor de avond en nacht.

 

Dag 4: Cabane Rossier – Ferpècle

We lopen weer naar het dal. De kou, de wind, de hoogte en de lange dagen hebben hun tol geëist en ik beslis om niet nog een 2e week te gaan klimmen. Op naar Nederland om te herstellen en weer voor een volgend avontuur te trainen. 1750hm en een lange weg naar beneden. NL! Here we come.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

5 Comments
  • Kees Ruijgrok

    18 september 2017 at 19:48

    Ja dat het spannend was geweest had ik al gehoord. Geen top maar wel n prachtig avontuur met weer geweldig mooi foto’s. Top

  • Maarten Silvius

    18 september 2017 at 21:06

    Heftige tocht, maar zelfs met weinig woorden beschreven toch spannend om te lezen. Ik weet hoe het balen is als je je verstand moet volgen i.p.v. je gestelde doel te halen… Maar ja, soms/vaak is het beter om je verstand te gebruiken.
    Wat ik miste in het geheel: gebruiken jullie helemaal geen wandel-gps?

  • Thijs Ruijgrok

    18 september 2017 at 21:21

    Thanks papa’s! Nee geen wandel-gps. Oldskool met n kaart en een plaatkompas.

  • Marianne van den Boom

    21 september 2017 at 23:09

    Hoi Thijs,
    Met spanning en bewondering het verslag gelezen. Geen top maar wel grandioze foto’s.
    Succes met de voorbereiding voor de volgende klim.
    Groetjes, Marianne.

  • Thijs Ruijgrok

    22 september 2017 at 07:30

    Dankje Marianne! En wat leuk dat je m’n blog volgt.

Post a Comment